De professional
Het perspectief van de professional heb ik middels individuele gesprekken betrokken in deze beroepsopdracht. Ik heb met twee leerkrachten van het speciaal onderwijs De Klimboom in Amersfoort individueel een gesprek gehad. Verder heb ik op mijn werk met een vrijwilliger een gesprek gehad. Deze vrijwilliger is directeur geweest van een ZMLK (Zeer Moeilijk Lerende Kinderen) school en heeft jarenlange ervaring in het speciaal onderwijs. Ik heb gekozen voor individuele gesprekken omdat ik geen kaders wilde opleggen voor antwoorden van vragen, maar juist het gesprek wilde open laten om zo veel mogelijk te weten te komen over hoe de professional denkt over vrijetijdsbesteding voor kinderen met een beperking.
De drie professionals die ik nu gesproken heb, hebben één ding echt allemaal gemeen, vrijetijdsbesteding is voor het kind van belang voor zijn ontwikkeling. Het leren op sociaal-emotioneel vlak omgaan met andere kinderen, maar ook in de motorische ontwikkeling, de taalontwikkeling en de zelfregulatie gaat het kind groeien. Deze ontwikkelingen heb ik kunnen naslaan in het boek "Het belang van spelen" (Aalsvoort, 2019). In het boek wordt ook weergegeven dat de speelbehoeftes veranderen naarmate een kind zich ontwikkelt en ouder wordt. Bijvoorbeeld wordt het spel grote kralen rijgen in bijvoorbeeld groep één en twee vervangen door kleinere kralen en misschien andere vormen in groep drie en vier. Ook de cognitieve ontwikkeling groeit, doordat de kinderen ervaringen op doen en kennis verwerven.
Voor kinderen met een beperking gelden in principe deze ontwikkelingen ook, maar ze verlopen anders, trager en hebben vaak meer begeleiding nodig in spelen. Alleen buitenspelen is voor vele ouders/opvoeders ook ondenkbaar. Bij andere kinderen thuis laten spelen is een lat die vaak heel hoog ligt.
"Voor professionals: probeer vanuit de leerling te kijken. Meer positieve benadering naar het kind toe. Blijf goed kijken naar hoe het kind het vind. Vraag naar de sociale context bij de intake van een kind."
W. Nitrouw
"De kinderen vinden het fijn om er bij te horen. Kinderen met een beperking spelen vaker naast elkaar als met elkaar, maar dat betekent niet, dat ze niet observeren en zich niet verder ontwikkelen."
D. Gierspeck
"Kinderen met een beperking moeten goed begeleid worden in samen spelen. Het spel begrijpen en met elkaar leren omgaan moet begeleidt worden, zodat het kind in zijn sociaal emotionele ontwikkeling groeit."
E. van der Raad
Spelen met leeftijdsgenootjes
het spelen met leeftijdsgenootjes is over het algemeen bij reguliere kinderen een automatisch gebeuren. Bij kinderen met een beperking is dit niet vanzelfsprekend, de beperking kan het spelen met leeftijdsgenootjes verhinderen.