Het speciaal onderwijs binnen Nederland is bedoelt voor kinderen die veel en voortdurend hulp nodig hebben op school. Het speciaal onderwijs is onderverdeeld in 4 verschillende clusters:

Cluster 1 is voor blinde en slechtziende kinderen.

Cluster 2 is voor dove en slechthorende kinderen.

Cluster 3 is voor leerlingen met een lichamelijke of verstandelijke beperking en langdurig zieke kinderen.

Cluster 4 is voor kinderen met psychiatrische stoornissen of ernstige gedragsproblemen.

Op het speciaal onderwijs zijn de klassen een stuk kleiner, ca 10-15 kinderen en zijn de klassen voorzien van meestal 2 leerkrachten of een leerkracht en een onderwijs assistent. De leerlingen krijgen zodoende meer aandacht en ondersteuning naar behoefte, als dat ze op regulier onderwijs zouden kunnen krijgen.

In cluster 3 leert het kind zoveel mogelijk hetzelfde als op regulier onderwijs alleen veel meer afgestemd op de leerling zelf en meer op het eigen tempo van de leerling. Voor de leerling wordt een ontwikkelingsperspectief (OPP) opgesteld waarin de leerdoelen van het kind worden gezet (Kaspers, 2025).